Aanvulling december 2017
Deskundigen van de faculteit voor diergeneeskunde in Utrecht en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde hebben in 2017 richtlijnen opgesteld voor titeren. Ook daarin wordt aanbevolen om voor pups het reguliere entschema te volgen en evt. vanaf 1 jaar te beginnen met titeren. U leest hier deze richtlijnen.

november 2016 

Wilt u onderstaande tekst kopiëren of downloaden? Gebruik dan de pdf van dit artikel

Het fokreglement van alle erkende rasverenigingen schrijft voor dat pups minimaal een week voor vertrek naar de nieuwe eigenaar regulier moeten zijn gevaccineerd. Voor professionele fokkers (meer dan 20 pups per jaar) is dit zelfs een wettelijke verplichting. Toch zijn er steeds meer fokkers die hier vanaf afwijken. Zij vaccineren de pups pas als een bloedtest, een zogenoemde titerbepaling of kortweg titeren, aangeeft dat er te weinig bescherming meer is. Dat klinkt best logisch. Toch blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat deze aanpak niet zonder risico is. In dit artikel vertellen we daar meer over.

Bescherming via de moeder

Allereerst uitleg hoe het immuunsysteem van een pup werkt. Bij een pup is het immuunsysteem nog niet ontwikkeld en een pup is niet in staat om zelf antistoffen tegen virussen aan te maken. Daarom krijgt een pup die antistoffen rechtstreeks van de moeder. Dat noemen we maternale antistoffen of maternale bescherming. Dit gebeurt al voor de geboorte via de placenta maar voor het grootste deel direct na de geboorte via de eerste moedermelk (colostrum of biest). Die hoeveelheid antistoffen neemt geleidelijk af maar we weten nooit precies wanneer het ‘op’ is. Dat hangt af van de hoeveelheid antistoffen die de moeder zelf heeft, de hoeveelheid melk die een pup direct na de geboorte drinkt en de kwaliteit van de melk.

Waarom puppyvaccinaties worden herhaald

Uit onderzoek blijkt dat sommige pups met 6 weken al te weinig antistoffen meer over hebben om voldoende beschermd te zijn tegen hondenziektes. Maar er zijn ook pups die op die leeftijd nog veel antistoffen van de moeder hebben. Die antistoffen zien het vaccin als een indringer en zullen dat vaccin onschadelijk maken. De vaccinatie heeft dan geen effect gehad. Dat is ook de reden waarom puppyvaccinaties worden herhaald. Als de eerste niet heeft gewerkt, dan slaat wellicht de tweede aan of de derde. Fokkers die hun pups titeren, geven aan dat op deze manier pups onnodig worden gevaccineerd. Op zich klopt dat ook natuurlijk. Het reguliere vaccinatieschema voor pups bestaat uit een serie vaccinaties in de wetenschap dat niet alle entstoffen gelijk hun werk gaan doen.

Periode zonder bescherming

Wat is er dan op tegen om eerst een titerbepaling te doen om te kijken hoeveel antistoffen de pup nog heeft van de moeder? Om deze vraag te beantwoorden is het belangrijk om te weten dat  er een niveau is van antistoffen dat invloed heeft op de vaccinatie en een niveau dat nodig is voor bescherming tegen ziektes. Tussen die twee lijnen zit een gat, elke pup heeft een onbeschermde periode waarin de maternale antistoffen geen bescherming meer bieden maar nog te hoog zijn om succesvol te vaccineren. In onderstaande grafiek wordt dat gat in de bescherming de ‘window of susceptibility’ genoemd. Elke fokker zou er naar moeten streven om die periode zo kort mogelijk te houden. Het gaat immers om zeer besmettelijke ziektes als parvo die voor een pup dodelijk kunnen aflopen.

Grafiek Antistoffen

Verlengen onbeschermde periode

Het lastige is dat je nooit vooraf kunt weten op welk niveau de vaccinatie gaat aanslaan. Uit onderzoek blijkt namelijk dat dit per pup verschilt. Stel je hebt dezelfde titeruitslag voor twee pups maar bij pup 1 kan de enting wel aanslaan en bij pup 2 niet. Wat zien we nu in de praktijk? Fokkers wachten tot de bescherming van de moeder helemaal is verdwenen en laten dan pas vaccineren. Op die manier is de kans dat de vaccinatie aanslaat uiteraard het grootst. Maar als je kijkt naar bovenstaande grafiek, zie je dat de onbeschermde periode dan ook aanzienlijk wordt verlengd. Want de pup gaat pas na vaccinatie zelf antistoffen aanmaken dus de blauwe lijn (maternal antibodies) heeft de bodem al bereikt en daarna begint de rode lijn (puppy’s own antibodies) pas te stijgen. En duurt het langer voordat het niveau is bereikt waarop de antistoffen voldoende bescherming geven.

Daarnaast verschilt het ook per pup welk niveau nog beschermt tegen een ziekte. Dit bleek uit onderzoek naar het parvovirus. Het niveau dat algemeen wordt beschouwd als hoog genoeg voor bescherming tegen parvo, was voor sommige pups toch niet hoog genoeg. Hoewel de bescherming hoog genoeg leek te zijn, werden de pups toch ziek nadat ze werden besmet met het parvovirus.

Drie basisvaccinaties

En er is nog een factor die het titeren bij pups lastig maakt. Een pup krijgt drie basisvaccinaties: tegen parvo, hondenziekte en hepatitis. Dit worden ook wel de kernziektes genoemd. Ze zijn grotendeels uitgebannen door het vaccinatiebeleid maar steken zo nu en dan toch de kop weer op. Eén van de oorzaken daarvan is de import van pups uit Oost-Europa. De antistoffen voor deze drie ziektes kunnen worden vastgesteld met een titerbepaling.

We hebben een afbeelding gebruikt om het verloop van de immunisatie bij een pup inzichtelijk te maken maar bedenk wel dat elke ziekte zijn eigen verloop heeft. Dat houdt in dat de antistoffen voor bijvoorbeeld hondenziekte eerder op kunnen zijn dan de antistoffen tegen parvo. Dit wordt bevestigd door de fokkers die al ervaring hebben met het titeren van pups.

Verschillend beleid

Toen wij hier ons de afgelopen maanden in verdiepten, werd duidelijk dat fokkers hier verschillend mee omgaan. Theoretisch zou het logisch zijn om per kernziekte te bepalen wanneer er gevaccineerd moet worden. Bijvoorbeeld: geen of weinig bescherming meer tegen hondenziekte, dan ook enten tegen hondenziekte. In de praktijk gebeurt dit helaas niet.

Wachten met vaccineren

Wat gebeurt er dan wel? Fokkers wachten tot ook de bescherming tegen parvo is verdwenen en laten dan pas de pup vaccineren tegen zowel hondenziekte als parvo. De bescherming tegen hondenziekte was dus al verdwenen maar er wordt toch niet voor gekozen om tegen die kernziekte te vaccineren. Ook niet als de pup in die periode verhuist naar de nieuwe eigenaar. Desgevraagd geven fokkers aan dat ze het risico voor hondenziekte niet groot vinden. Toch zijn er op internet titerbepalingen te vinden van Nederlandse pups waarbij de antistoffen tegen hondenziekte weer stegen terwijl ze niet waren gevaccineerd. Dat kan alleen maar betekenen dat ze in aanraking zijn geweest met het virus. En bovendien is de insleep van het virus vanuit Oost-Europese landen een reëel risico.

En ook niet alle fokkers nemen parvo als ijkpunt. We hebben ook voorbeelden gezien dat de bescherming tegen parvo als eerste was verdwenen maar dat met vaccineren werd gewacht tot er voor alle drie kernziektes geen bescherming meer was. Wij vinden dat onverantwoord omdat in Nederland nog regelmatig pups overlijden aan parvo.

Haken en ogen

Dus hoewel het op het eerste gezicht logisch klinkt om pups te titeren voordat je vaccineert, zitten er nog veel haken en ogen aan deze methode. Er is simpelweg nog te weinig bekend over hoe vaak je een pup zou moeten titeren en bij welke titerwaarde je moet vaccineren. Nu doet iedereen maar wat met alle risico’s van dien.

En wij vragen ons af of het verantwoord is om dergelijke risico’s te nemen met jonge, kwetsbare pups. En of die risico’s opwegen tegen de mogelijke nadelen van een vaccinatie. De Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde en ook de internationale veterinaire organisaties raden nog steeds aan om voor pups het reguliere vaccinatieschema te volgen. Zelfs VacciCheck, de grootste aanbieder van titertesten, beveelt dat aan. En om pas na de puppyvaccinaties te beginnen met een eventuele titerbepaling. We zijn ons ervan bewust dat het reguliere vaccinatieschema ook niet voor 100% garantie geeft dat een pup is beschermd. Maar bij het overgrote deel werkt het wel en dat is ook precies de reden waarom deze kernziektes bijna waren uitgebannen in Nederland. De enkele hond waarbij de vaccinatie niet aanslaat, wordt beschermd omdat de honden in de omgeving wel zijn gevaccineerd. Het is de vraag hoe de situatie is als er steeds meer pups komen die niet voldoende zijn  beschermd.

Het baart ons grote zorgen dat Raad van Beheer en rasverenigingen geen richtlijnen hebben voor het titeren van pups in het nest. Het titeren in plaats van vaccineren wordt gedoogd en de fokker mag zelf bepalen hoe hij omgaat met de uitslag van de titer.   

Bronnen:

Waner et al.: Assessment of maternal antibody decay and response to canine parvovirus vaccination using a clinic-based enzyme-linked immunosorbent assay

Decaro et al.  Maternally-derived antibodies in pups and protection from canine parvovirus infection

Barbara Willi et al.: Clinical and molecular investigation of a canine distemper outbreak and vector-borne infections in a group of rescue dogs imported from Hungary to Switzerland

www.vaccicheck.com